Tijdens een opleidingssupervisie vertelt een supervisant dat ze er helemaal doorheen zit, ze is zó moe. Het ergste vindt ze dat ze nu ook hele domme fouten op haar werk aan het maken is. Ze weet even niet meer hoe het verder moet. Ik vertel haar dat ik me zorgen om haar maak en dat ze met haar verhaal en haar perfectionisme en ADHD, risico loopt op een burn-out. Ze begint te huilen en zegt dat dát haar grootste angst is. Ze heeft eerder een burn-out meegemaakt en dat was zo beangstigend, dat wil ze nooit meer mee maken. Ze was in die periode zoals ze zegt zichzelf totaal kwijt en had zelfs last van psychotische kenmerken. Ik vraag haar wat ze van die burn-out heeft geleerd, wat ze nu anders is gaan doen. Ze kijkt me niet begrijpend aan. Ik probeer het nog eens: “Wat heeft gemaakt dat je uit die burn-out bent gekomen, hoe is je dat gelukt?” Ze vertelt me dat dat eigenlijk min of meer toevallig ging, ze kreeg ander werk en een fijne relatie en is gewoon weer verder gegaan. In haar reflectieverslag lees ik later dat mijn vraag haar aan het denken heeft gezet. Ze realiseert zich dat ze dingen anders moet gaan doen. Einstein zei het al: ”Als je doet wat je altijd deed dan krijg je wat je altijd kreeg.”
Ze zal dus iets anders moeten gaan doen om deze keer een burn-out te voorkomen. In haar geval is het een kwestie van stevig de regie gaan voeren over haar tijd en bewust rust inbouwen. Dat betekent ook dat ze haar collega’s wat vaker teleur moet gaan stellen als er diensten moeten worden overgenomen. We hebben over hobby’s gesproken die ze weer kan gaan oppakken en het bewust inplannen van lege momenten. De optie om tijdelijk iets minder te gaan werken was voor haar niet bespreekbaar, maar tijdelijk de opleiding op een lager pitje zetten geeft haar wel lucht. Het feit dat ze hier serieus mee aan de slag is gegaan, stelt mij gerust.
Het is mijn persoonlijke mening en ervaring dat een burn-out je vertelt dat je iets anders moet gaan doen. Je hebt te lang geleefd op een manier die niet goed voor je is en de signalen daarover heb je genegeerd. Omdat ze je bang maken, of omdat ze je niet uitkomen, maar eigenlijk weet je diep van binnen wel dat het anders moet. Van Jentien Keijzer heb ik geleerd dat je kunt vertrouwen op je burn-out en sterker nog, dat je je zonder burn-out misschien wel dood zou werken, zoals in Japan gebeurt. Daar noemt men dit fenomeen ‘Karoshi’ en het betekent dat iemand zich dood werkt, bezwijkt onder de stress. Zo bezien mogen we dankbaar zijn dat ons lijf een ultieme noodstop maakt in de vorm van een burn-out. Zo snel mogelijke re-integratie op het werk slaat wat mij betreft de plank volledig mis, dan ga je dus door met wat je deed. Je kunt best terug naar je oude werk, maar niet op de oude manier! Systemen laten zich moeilijk veranderen, ook al wil jij nog zo graag. Daarom is het bij re-integratie nodig te bekijken wat er nodig is aan verandering zowel aan de kant van de werkgever als de werknemer, om weer vol energie te kunnen werken. Voor mij heeft het gewerkt eerst even helemaal los te komen van mijn oude ‘ik’. Dat was niet makkelijk, mijn ego kreeg flinke tikken te verwerken, en toch was dat wat voor mij nodig was om het anders te gaan doen. Ik vertrok bij mijn werk en begon voor mijzelf, zodat ik mijn energie precies kon besteden aan wat ik graag wilde en op de tijd die mij past. Ik ben het anders gaan doen, en ik ben er blij mee.